Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft, Nederlandsche maçonnieke penningen No. 27
1841-6 Juni
Penning ter herinnering aan het vijfentwintigjarig Jubileum van Prins Frederik der Nederlanden als Grootmeester-Nationaal der Orde van Vrijmetselaren.
*
Geheel als de vorige penning, met dit verschil dat op de keerzijde onder de woorden
HULDE DER BROEDERSCHAP het jaartal MDCCXLI is aangebracht.
Catalogus Gr .’. O .*. blz. II.
Dirks, No. 586 b.
H.Z.C., No. 222 en afgebeeld op PI. XXX.
Waarschijnlijk is eerst later bemerkt, dat op de onder 26 vermelde penning verzuimd was het jaartal aan te geven, waarna dit op volgende alsnog werd aangebracht.
De stempels zijn hiervoor niet gewijzigd, het jaartal is met z.g.n. slagponzen inwaarts toegevoegd.
Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft, Nederlandsche maçonnieke penningen No. 26
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
1841 – 6 Juni
Penning vervaardigd ter ere van het vijfentwintigjarig Jubileum van Prins Frederik der Nederlanden als Grootmeester-Nationaal der Orde van Vrijmetselaren.
Voorzijde: De rechtsgewende buste van de Prins, waaronder: J. P. Schouberg. F.’, (ecit)
Omschrift: WILLEM FREDERIK KAREL PRINS DER NEDERLANDEN.
Keerzijde: Het insigne van de Grootmeester, hangend aan een cordon met in de top een Vlammende vijfpuntige Ster in het midden waarvan de letter G, waaronder: HULDE DER BROEDERSCHAP
Als inschrift:
HEM
BESTRALE STEEDS
HET LICHT
UIT
DEN HOOGE.
Omschrift: XXV J .’• (aren) Gr.\(oot) Mr/.(eester) Nat.–, (ionaal) D .\ (er) O/, (rde) V.’. (an) VV .’. MM.’. IN NED .’. (erlands) O .”.(nderhorige) L.\ (anden) EN KOL .’.(oniën).
Afmeting: 53 mm goud, zilver en brons. Catalogus Gr .’. O .’. blz. II. Dirks, No. 586 en afgebeeld op PI. LXXI. H.Z.C., No. 221 en afgebeeld op PI. XXX.
Bij gelegenheid van het huwelijk van H.K.H. Prinses Juliana der Nedejlanden met Z.D.H. Prins Bernhard von Lippe-Biesterveld, werd door het Hoofdbestuur der Orde een publicatie uitgegeven onder de titel: „Het Huis van Oranje en de Nederlandse Orde van Vrijmetselaren”, waarin vele gegevens verzameld zijn omtrent het Grootmeesterschap van Prins Frederik. Wij stippen hieruit het volgende aan:
„Zoals reeds eerder vermeld, werden bij de samenvoeging van Nederland en België in 1815, pogingen aangewend om ook de Nederlandse en Belgische Grootmachten te doen samensmelten. Dit bracht zeer grote moeilijkheden met zich, vooral omdat de Belgische Loges zeer naar Franse zijde georiënteerd waren. Er is toen getracht door overkoepeling van de „Grande Loge d’Administration” de beide Grootmachten dichter tot elkander te brengen, onder leiding van één Grootmeester. Een gewoon burger, hoe geacht en bekwaam ook, zou daarvoor bezwaarlijk te vinden zijn, maar men hoopte te slagen wanneer men een Grootmeester kon benoemen uit het geslacht, waarvan het Hoofd als Koning over beide landen regeerde. Deze overwegingen leidden er toe, dat het Grootoosten van 2 Juni 1816 het besluit nam, het Grootmeesterschap aan te bieden aan Prins Frederik der Nederlanden (geb. 28 Febr. 1797). Dit besluit was daarom zo treffend, omdat Prins Frederik op dat moment nog géén V.”. M .’. was. Reinier Falk publiceert in zijn gedenkschriften een brief aan de Koning, gedateerd 1 Juni 1816, waarin hij toestemming verzoekt om Prins Frederik in de Orde te doen opnemen. Hij verzoekt daarbij spoed, omdat er 2 Juni een Grootoosten gehouden zal worden, waarin een beslissing genomen moet worden. Op de morgen van 2 Juni volgt dan ’s Konings toestemmend antwoord, en neemt het Grootoosten bovengenoemde beslissing. De Prins vertoefde op dat moment in Berlijn, en reeds op 3 Juni geeft de Nederlandse Vrijmetselarij aan de Prins kennis van haar besluit. De Nederlandse Gezant te Berlijn, Van Perponcher, stelt dan de Prins als candidaat voor bij de Loge „Zu den drei Weltkugeln”. Op 20 Juni 1816 wordt Prins Frederik als Vrijmetselaar aangenomen. Volgens de „Hamburgische Zirkel Correspondenz” volgde binnen enkele maanden zijn bevordering in de 2e en 3e graad. Zijn installatie tot Grootmeester-Nationaal vond plaats op 13 October 1816 te ‘s-Gravenhage.
Op 14 Maart 1817 woonde de Prins een plechtige bijeenkomst bij in de Loge „1’Esperance” te Brussel, waar Z.K.H. Prins Willem van Oranje, de latere Koning Willem II, als Vrijmetselaar werd ingewijd.
Zijn 25-jarig jubileum als Grootmeester werd gevierd op 6 Juni 1841 in de Tempel der Loge te ‘s-Gravenhage, waar de feestrede werd uitgesproken door Br .”. E. W. van Dam van Isselt, en de Grootmeester bovenomschreven penning in goud, zilver en brons werd aangeboden. Van zijn kant gaf de Grootmeester een blijk van erkentelijkheid door een som van ƒ 9000,— te schenken, waarvan de rente zou worden bestemd voor liefdadige doeleinden. Dit fonds bestaat nog onder de naam van „het Liefdefonds”.”
De penning was in brons voor alle Bbr .*. verkrijgbaar, waarbij door het Hoofdbestuur een circulaire werd uitgegeven van de volgende inhoud:
,,De zeldzame zoowel als gewichtige omstandigheid, dat de Nederlandsche Vrijmetselarij, gedurende vijf en twintig jaar, het voorregt mogt genieten, haren Grootmeester-Nationaal, Zijne Koninklijke Hoogheid Willem Frederik Karel, Prins der Nederlanden, aan het hoofd der Orde geplaatst te zien, gaf aanleiding tot het besluit, dat deze heugelijke gebeurtenis plegtig door het Gr.’. O .”. zoude worden gevierd. Voor het Br .’. hart ontstond echter de behoefte, om aan den H .’. E .’. te dezer gelegenheid, een duurzaam blijk te geven van liefde en dankbaarheid, voor het goede, door hem in het belang der Orde verrigt, en tevens, de gedachtenis van dit merkwaardig jubilé te vereeuwigen. Dit dubbele oogmerk kon niet beter bereikt worden, dan door de vervaardiging van eenen Gedenkpenning, bestemd om aan den H .”. E.’, in goud, zilver en brons te worden aangeboden, en om aan de Prof.’. zoowel als de Mac .’. wereld, de gevoelens van gehechtheid en eerbied te verkondigen, welke bij de Orde in Nederland voor haren Gr .’. M’.’. bestaan.
Dit belangrijk werk, aan den Br .’. J. P. Schouberg, Graveur bij ’s Rijks Munt te Utrecht, opgedragen, werd door hem met geestdrift aangenomen, en niettegenstaande hij nauwelijks van een zware ziekte hersteld was, met ijver volbracht.”
Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 25
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
1836 – 21 November
Penning ter herinnering aan het bouwen en te water laten van het schip ,,De Broedertrouw” te Dordrecht.
Dordrecht, en geruime tijd Ged.’. Gr.’. Mr.’. Nat..’, in het Hoofdbestuur der Orde, tevens Voorz. .’. Mr .’. van de Loge „La Flamboyante” in het O .’. Dordrecht.
Hij was een zeer geachte persoonlijkheid, mede omdat hij als schrijver van verschillende maçonnieke geschriften belangrijke arbeid had verricht.
Uit erkentelijkheid besloten enige Bbr .’. uit zijn Loge hem opdracht te geven tot het bouwen van een fregat, hetwelk de naam „Broedertrouw” zou ontvangen. Dit schip werd tewater gelaten op 21 November 1836, zijnde de 25e verjaring van zijn inwijding in de Orde, bij welke gelegenheid op genoemd schip een maaltijd werd gegeven, waarbij Br .’. Schouten de boven omschreven penning aan de opdrachtgevers aanbood. Voor enige bijzonderheden betreffende dat schip en de sfeer welke in die dagen in de Loge heerste wordt o.a. verwezen naar Studieblad No. 10 van de Maçonnieke Stichting „Ritus en Tempelbouw” 1948, blz. 13 en 65. (Op blz. 13 in de plaats van het jaartal 1583 te lezen 1835).
Op 4 April 1846 herdacht Br.’. Schouten de dag, waarop hij voor 25 jaar in het Hoofdbestuur als Groot-Officier werd opgenomen. Bij die gelegenheid werd hem door de Grootmeester-Nationaal, Prins Frederik der Nederlanden, een geschenk aangeboden, bestaande uit een fraai gedreven zilveren doos, in het deksel waarvan een gouden penning was aangebracht met het borstbeeld van de Grootmeester.
Voorzijde: Een antiek scheepsroer, waarop men leest: BROEDERTROUW. Dit roer rust op een onklaar anker, het geheel omgeven door twee accaciatakken. Onderaan staat: J. P. S.(chouberg) F.(ecit)
Keerzijde: Een lauwerkrans, waarin als opschrift:
ERKENTENIS
VOOR
BROEDERTROUW
XXI NOVEMBER
MDCCCXXXVI
Afmeting 38 mm zilver en brons.
Catalogus Gr .’. O .’. blz. 11.
Dirks, No. 526 en afgebeeld op PI. LXIV.
H.Z.C., No. 220 en afgebeeld op PI. XXX.
v. d. Chys I, blz. 887—888.
De stempels bevinden zich in de verzameling van ’s Rijks Munt.
Cat. No. 158.
De Z .’. V .’. Br .”. Jan Schouten was Scheepsbouwmeester te 40
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.