Citaten

W. Kreeft – Nr. 74

W. Kreeft – Nr. 74

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 74

Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1947 – 29 en 30 Maart

Herinneringspenning van de Stichting „Ritus en Tempelbouw” aan haar uittocht naar België.

Voorzijde: Een door vier handen gedragen schaal, waaruit vlam­men opstijgen. Op de voorzijde der schaal het onder­scheidingsteken van Ritus en Tempelbouw. De armen omstrengeld door een lint, waarop ter linker­zijde het opschrift: L’UNION FAIT LA FORCE, waarboven het Belgische wapen. Ter rechterzijde: JE MAINTIENDRAI, waarboven het Nederlandse wapen.

Als onderschrift boven: LUX TENEBRAS VINCIT. Het Licht overwint de duisternis.

Onder: CONCORDIA RES PARVAE CRESCUNT. Door eendracht worden kleine dingen groot.

Keerzijde:

TER

HERINNERING

AAN HET BEZOEK

VAN LEDEN VAN DE

STICHTING „RITUS

EN TEMPELBOUW”

AAN DE LOGES IN DE

O .’. BRUSSEL EN

ANTWERPEN OP

29 EN 30 MAART

1947

Afmeting 60 mm zilver en brons.

Modellé M. Kutterink, geslagen bij Kon. Begeer, Voorschoten.

In het randschrift een spellingsfout.

Op 29 en 30 Maart 1947 werd door de Stichting „Ritus en Tempel­bouw” een uittocht naar België ondernomen. De tocht, waaraan door een groot aantal Bbr.’. werd deelgenomen, ging allereerst naar Brussel, waar de Bbr .’. in de overvolle Tempel werden ont­vangen en toegesproken door Br.’. Mazarels, de Voorz .’. Mr.’, van de enige te Brussel gevestigde Nederlands sprekende Loge „Balder”.

Daarna werd, in het Frans, het woord gevoerd door de voorzitter van „Ritus en Tempelbouw”, Br.’. Stegeman, die doel en werk­wijze der Stichting uiteenzette, en bovenomschreven penning aan­bood, en wel een exemplaar in zilver aan de recipiërende Loge, en een bronzen exemplaar voor de overige Brusselse Loges. Br.’. Slotemaker bood de publicaties van „Ritus en Tempelbouw” aan, benevens een belangrijk document uit het jaar 1786, waarin Keizer Josef een verbod uitvaardigde tegen beoefening der Vrijmetselarij in België, waarna Br .’. Wils de betekenis der arbeid van de afdeling Tempelbouw in het licht stelde.

Na een Broedermaal werd ’s avonds een voorstelling van Br.’. Mozart’s Opera „De Toverfluit” bijgewoond, die niet naliet zeer diepe indruk te maken.

We lezen in het maandbericht van de Stichting: „Zeker mag worden geconstateerd, dat het voor elke aanwezige Vrijmetselaar een gebeurtenis van grote betekenis is geweest, om deze opera zo volkomen te zien voordragen als een bouwstuk dat geheel van maconnieke aard blijkt te zijn.

De volgende dag werd een bezoek gebracht aan de Loge „Marnix van St. Aldegonde” in het O .’. Antwerpen, waar een Tempeldienst werd bijgewoond. Deze dienst liet eveneens een grote indruk achter in het bijzonder door de gevoelvolle en ernstige wijze waarop deze inwijding ten uitvoer werd gebracht.

Uiterst voldaan keerden de Bbr .’. terug, waarbij geconstateerd mag worden, dat in het O .’. Brussel, zowel als in het O .’. Antwerpen nieuwe contacten werden gelegd, die naar men hoopt, vruchten tot samenwerking zullen afwerpen.” Het boven vermelde maandbericht besluit:

Vivat, Vivat, semper Vivat, mijne Bbr.’. tot weerziens.” Verguld zilveren exemplaren werden aangeboden aan het Hoofd­bestuur der Orde en aan Br .’. A. H. Wegerif, toentertijd de schrij­ver van de Stichting „Ritus en Tempelbouw”.