Citaten

W. Kreeft – Nr. 52

W. Kreeft – Nr. 52

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 52

Kreeft52
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1866 17 December

Penning vervaardigd ter ere van Br .’. Mr J. van Lennep, Voorz.’. Mr.’, der Loge „Willem Frederik” O .’. Amsterdam.

Voorzijde: Zijn linksgewend borstbeeld omhangen met het cordon en het juweel zijner waardigheid, daar onder J. Elion. F.

Keerzijde: Onder een stralenschietend Alziend Oog het opschrift:

OFFICIEREN

EN

OUD OFFICIEREN

VAN DE LOGE

WILLEM FREDERIK

IN HET O .-. VAN AMSTERDAM

AAN HUN Z.-. A.\ BR/.

JACOB VAN LENNEP

VOORZ.-. M.\ VAN HUNNE WERKPL .\

WAARIN EEN DERDE EEUW GELEDEN

HEM HET L.\ D’.’. O.’.

GESCHONKEN WERD

D D

17 D 17 D

D.\ 10. \M.\ V/. H.\ J.-.D.’. W.-.L.-. 5832

D.\ 10.\M.\ V.-. H.\ J.-.D.’. W.-.L.’. 5866

Afmeting 56 mm brons.

Catalogus Gr.’. O.’, blz. 19.

Zwierzina, No. 77.

H.Z.C., No. 238 en afgebeeld op PI. XXXIII.

Jacob van Lennep werd geboren te Amsterdam 24 Maart 1802, bezocht aldaar de Latijnse school, daarna de Universiteit te Leiden, waar hij op 19 Juni 1824 in de rechten promoveerde. Zijn eerste publicaties bevatten poëzie, later verscheen zijn algemeen bekende reeks historische romans, waarvan de eerste. De Pleegzoon in 1829 het licht zag.

In 1829 benoemd tot Rijks-Advocaat, bekleedde hij deze betrekking tot zijn dood. Van 1853—1856 was hij lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal (Conservatief). Hij was lid van talrijke weten­schappelijke genootschappen, Commandeur in de Orden van de Nederlandse Leeuw en de Eikenkroon en Ridder der Leopoldsorde. Hij overleed te Oosterbeek op 25 Augustus 1868.

W. Kreeft – Nr. 50

W. Kreeft – Nr. 50

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 50

Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1866 – 20 Juni

Penning vervaardigd ter ere van Z.K.H. Prins Frederik der Nederlanden bij het vervullen gedurende vijftig jaar van het ambt van Grootmeester-Nationaal.

Voorzijde: Linksgewende buste van de Prins in uniform, omhangen met de tekenen zijner waardigheid.

 

Omschrift: GLV. FREDERICVS. CAROL. PER L ANNOS M. AP. CAEM BAT. MAG. Onder de buste: J. Elion. F.

Keerzijde: De Nederlandse Vrijmetselarij, voorgesteld door een met de Koninklijke Kroon gedekte vrouw, het Neder­landse wapen voor de borst, winkelhaak, passer en schietlood in de linkerhand, legt met de rechterhand een krans op een altaar, dat gedragen wordt door vrouwenfiguren. De handeling wordt bestraald door van een Alziend Oog uitgaande lichtstralen. De tekenen van ’s Prinsen maçonnieke waardigheid op het altaar, op de naar voren gekeerde zijden, waarvan de jaartallen 1816 en 1866 voorkomen.

Afmeting 60 mm zilver en brons.

Catalogus Gr.”. O.”, blz. 18.

Zwierzina, No. 71.

H.Z.C., No. 236 en afgebeeld op PI. XXXIII.

Cat. Kon. Kab., No. 1273.

Het gouden bestuur van de Grootmeester werd op 27 November 1866 gevierd. De plechtigheid vond plaats in het Paleis voor Volksvlijt te Amsterdam, omdat het Logegebouw te ‘s-Gravenhage het grote aantal belangstellenden niet zou kunnen bevatten. Met bazuinge­schal en fanfare’s werd de Grootmeester door een Commissie van ontvangst naar zijn zetel geleid, en zeer hartelijk toegesproken. Een Feest-Öuverture werd uitgevoerd, gecomponeerd door Br.’. Dunkler, Directeur van de Koninklijke Kapel der Grenadiers en Jagers, en geleid door Br.’. Stumpf. Hierna volgde een Feest-cantate op woorden van Br .’. Ter Gouw en met muziek, gecompo­neerd door Br .’. Nicolaï. Het slotkoor van het eerste gedeelte werd door de honderden aanwezigen staande aangehoord. De woorden waren:

,,U, Opperbouwheer dank,

Bij psalm en orgelklank

U statig toegezongen;

Want van Uw troon daalt ons heil,

En uit Uw goedheid zonder peil

Is ons een bron van vreugd op dezen dag ontsprongen.” De feestrede werd uitgesproken door de bekende schrijver Br .’. Jacob van Lennep. Het feest eindigde met een luisterrijk banket, waar als tafelvoorzitter fungeerde Br .’. F. A. Ridder van Rappard. De Grootmeester wenste een blijk te geven van zijn belangstelling, dat tevens een aandenken zou wezen aan dit Jubileum; hij schonk aan de Orde de door hem aangekochte verzameling van boeken, handschriften en gedenkpenningen, bijeengebracht door Prof. Klosz te Frankfort.

Door dit buitengewoon belangrijk geschenk is de bibliotheek en dl handschriftenverzameling van de Nederlandse Orde van Vrij metselaren de belangrijkste van alle maçonnieke boekerijen ge worden.

W. Kreeft – Nr. 47

W. Kreeft – Nr. 47

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 47

Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

 1863-1 Januari

Penning ter herinnering aan het eeuwfeest van de Loge „La Persévérance” O .’. Maastricht.

Voorzijde: Opschrift:

EEUWFEEST DER A /. I i .”. LA PERSÉVÉRANCE

IN HET O.”.

VAN MAASTRICHT

DEN Ie D.\ Ie M .\

VAN HET J.\ D.\ W.\ L

5863.

Keerzijde: Onder een driehoek met het Alziend Oog het opschrift:

FEESTVIERING

ONDER HET BESTUUR

DERBBr/. OFFICIEREN

VAN GEUSAU VOORZ .\ M .’.

LEBRON DE VEXELA Ie .’. OPZ .\

VON DAEHNE 2e.’. OPZ..

MULLER. VAN DER NOORDAA.

SLUIJSKEN.

QUARLES DE QUARLES.

MEIJER. ENTRUP.

VAN GYTENBEEK VORAGE.

ARMAND. VAN HALEN.

BLOEMENDAL, KEMMERLING.

ROSENKRANZ.

DE WEILLE. BRÜCK.

Daaronder: Een afsnede, bestaande uit drie trappen

Links een kolom met de letter B. Rechts een kolom met

de letter J.

Onder de afsnede: Een waterpas, een troffel en een

hamer.

Afmeting 46 mm brons.

Catalogus Gr.’. O.’, blz. 18.

Dirks, No. XXXIII en afgebeeld op PI. E. (supplement).

H.Z.C., No. 235 en afgebeeld op PI. XXXIII.

De Ie Januari 1863 was voor de Loge „La Persévérance” een belangrijke dag. Op deze dag werd het eeuwfeest van de stichting der Loge herdacht. Het valt moeilijk de geschiedenis dezer Loge te beschrijven. De benodigde bouwstoffen ontbreken geheel. Al het ijverig zoeken ernaar bleef vruchteloos. Waarschijnlijk is het archief ten tijde der Franse overheersing verloren gegaan. De eerste Loge te Maastricht ontstond reeds in 1750, en droeg de naam „La Constance”, en was gesticht op aandrang en met ijverige medewerking van Br .’. von Schweinitz, Officier in het leger, en te Maastricht in garnizoen. Door garnizoenswisseling moest hij de Loge verlaten.

De Loge „La Constance” bleef elf jaren als gewone Loge voort-werken, en werd in 1761 tot Provinciale Loge verheven, met de machtiging constitutiebrieven uit te reiken aan nieuw te stichten Loges. Zij hield haar bijeenkomsten in het logement ,,De Wind­molen” in de Grootestraat, en verhuisde later naar de kleine zaal van het Comediegebouw. Haar bijeenkomsten werden gehouden op de Ie Woensdag van elke maand en de werkzaamheden werden in de Franse taal verricht. Zij is de Moeder-Loge geweest van „La Persévérance”, die van haar op 1 Maart 1763 een constitutiebrief ontving. Van de lotgevallen dezer Loge is, als gezegd, zeer weinig bekend; gebrek aan metalen en het arbeiden in een Rooms lands­gedeelte, zullen haar werk ongetwijfeld zeer bemoeilijkt hebben. Bekend is dat de Loge in 1786, dus 23 jaren na haar oprichting, in lange tijd niet had gewerkt. In dat jaar, bij de hervatting harer werkzaamheden, ontving zij opnieuw een constitutiebrief, welke gedateerd is 1 Februari 1786. Het was in 1793, onder de druk der grote omwenteling, dat zij andermaal haar werkzaamheden staakte en in ruste ging. Gelukkig is dit geen doodslaap geworden, want hoewel in bijna een halve eeuw geen hamer werd gehanteerd, werden op 28 December 1842, onder de bezielende leiding van Br .’. Valkenaer, de lichten weder ontstoken.

In 1847 gaf Br .’. Valkenaer de wens te kennen geen functie in de Loge meer te aanvaarden. Hij werd vervangen door Br.”, van Geusau, en het was onder zijn leiding dat de Loge in bloei en luister toenam. Onder zijn bestuur werd het eeuwfeest gevierd. Dit vond plaats in een plechtige Tempeldienst, aan het einde waarvan de bovenomschreven penning werd uitgereikt.