Categorie archieven: W. Kreeft

W. Kreeft – Nr. 70

W. Kreeft – Nr. 70

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 70

Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1939

Penning ter herinnering aan het vijfentwintigjarig bestaan van de Loge ,,1’Union Frederic” in het O .”. ‘s-Gravenhage.

Voorzijde: Een passer op accaciakrans, en een winkelhaak, tezamen in de Gezellenstand, waarover een lint met het opschrift:

EENDRACHT MAAKT MACHT Daaronder 5914, en als omschrift: L’UNION-FREDERIC O.’. ‘S-GRAVENHAGE, het geheel omsloten door een getande rand.

Keerzijde: Een glad veld, omgeven door een gestyleerde lauwer­krans.

Afmeting 41 mm brons.

De stempels zijn gegraveerd door R. Kohier, de penningen zijn

geslagen bij Begeer te Voorschoten.

Gedenkboek Kon. Begeer, No. 521.

Op initiatief van Br .’. G. Bos kwamen op 5 Februari 1914 in de Louisa-stichting negen Bbr.’. van de Loge „1’Union Royale” tezamen, om onder zijn leiding plannen te ontwerpen tot stichting ener nieuwe Loge, daarbij uitgaande van de gedachte, dat, met zulk een groot aantal Bbr .’.in één Loge verenigd, door de te losse band nimmer de vereiste werkkracht ontwikkeld kan worden.

11 Juni 1914 werd aan de nieuwe Loge de constitutiebrief uitgereikt ;n op 26 Juni vond de eerste Bestuursvergadering plaats, waarin 3r .’. G. Bos het maillet aan de eerste A .’. M .’. Br .’. A. E. F. funod in handen stelde. Op 3 October zou de inwijding plaats binden.

-Iet zou echter anders lopen. Begin Augustus brak de oorlog uit, veliswaar buiten onze grenzen, doch ook ons land verkeerde in [root gevaar. De Bbr .’. besloten op 10 Augustus 1914, de inwij-ling voorlopig uit te stellen, welke ten slotte op 20 December van ïetzelfde jaar plaats vond.

3e Loge getuigde spoedig van de activiteit van haar leden. Zo lurfde zij het aan een debatavond te organiseren waarop Br.*, unod en Prof. Bolland, over het pro en contra der Vrijmetselarij :ouden spreken. Het verloop hiervan was wel zeer bijzonder. Nadat 3r.\ Junod een schitterend pleidooi voor de Vrijmetselarij had [ehouden, zag Prof. Bolland van het woord af, omdat hij ,,de larmonische stemming, die na deze rede was ontstaan, niet wenste e verbreken.”

Jij het 3e Lustrum werd aan de drie oudste in leven zijnde oprich-ers een verguld zilveren draagpenning aangeboden, iet 25-jarig bestaan werd herdacht in een op 18 December 1939 [ehouden Tempelbijeenkomst, waarin Br.’. G. J. Vos de lotge-‘allen der Loge op zeer treffende wijze naar voren bracht. Br .*. /os besloot zijn bouwstuk met de woorden: ,,de Loge ziet dank->aar terug, en met vertrouwen vooruit.”

ut testeratur de illa Luce,

ut omnes per eum crederent.

Non erat ille Lux illa,

sed missus fuit ut

testaretur de

illa Luce

Hij was een man gezonden door God.

Hij kwam tot een getuigenis om te getuigen van dat

[Licht, opdat allen door hem zouden geloven. Hij was dat Licht niet, maar Hij was gezonden om te getuigen van dat Licht.

Afmeting 85 mm gegoten. In gips gesneden door Br .*. W. Kreeft.

Uitkering van de penning werd door de Loge „La Vertu” bij regle­ment ingesteld in het jaar 1946, met de bedoeling haar om de vijf jaar uit te reiken aan hem of haar die zich voor de Loge, de Stad Leiden, of voor de Maatschappij in het algemeen, verdienstelijk heeft gemaakt.

De begiftigde behoeft geen Vrijmetselaar te zijn. De penning was tot de samenstelling van dit werk nog niet uitge­reikt; als dit t.z.t. geschiedt zal, naar de mate der belangrijkheid, vastgesteld worden of ze van brons dan wel van zilver zal moeten zijn.

W. Kreeft – Nr. 69

W. Kreeft – Nr. 69

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 69

Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1937 – 24 Maart

Penning ter herinnering aan Br .’. J. H. van Leeuwen, Meester van Eer der Loge „La Vertu” in het O .’. Leiden, bij zijn zestigjarig Vrijmetselaarschap.

Voorzijde: Passer en winkelhaak in de Meesterstand; daartussen een stralend Alziend Oog.

Keerzijde: In een geornamenteerde rand het opschrift:

24—3—1877 24—3—1937

J. H. van LEEUWEN

MEESTER VAN EER

DER LOGE „LA VERTU”

BEATI QUI SUNT MUNDI

CORDE QUONIAM IPSI DEUM

VIDEBUNT.

W. Kreeft – Nr. 68

W. Kreeft – Nr. 68

Deze tekst is overgenomen uit W. Kreeft,
Nederlandsche maçonnieke penningen No. 68

Kreeft68
Scan uit W. Kreeft (600dpi) door F. van der Sman

1934 8—19 November

Penning ter herinnering aan het tweede eeuwfeest van de Loge ,,1’Union Royale” in het O .”. ‘s-Gravenhage.

#

Voorzijde: Een blauw wapenschild beladen met passer en winkel­haak, schietlood, waterpas, graadboog, aard- en hemel-globe uit welk schild oprijst een op een zuil staand ge­vleugeld kind, met de vinger aan de lippen. Onder dit schild een spreukband met opschrift: VIRTUTIS ET ARTIS AMICUS De vriend van Deugd en Kunst. Het geheel omgeven door een omschrift: SCEAU DE LA GRANDE LOGE DES PROVIN-CES UNIES CONSTITUEE A LA HAYE LE 8—19 NOVEMBRE 1734.

Zegel van de Groot-Loge der Verenigde Provinciën, gesticht in Den Haag de 8 19 November 1734.

Keerzijde: Als omschrift: TWEE EEUWEN ARBEID IN DE KONINKLIJKE KUNST HERDACHT DOOR DE LOGE „L’UNION ROYALE” IN HET O .’. ‘S-GRAVENHAGE. Opschrift:

1734

8 NOVEMBER 19

1934

DE BEGINSELEN ONZER DADEN

ZIJN BEGREPEN IN DEZE TWEE

VOORSCHRIFTEN:

BEMIN ALLE MENSCHEN ALS

BROEDERS EN NAASTEN.

GEEF GODE, DAT GODES, EN

DEN KEIZER, DAT DES KEIZERS IS.

Afmeting 60 mm brons.

De stempels zijn gegraveerd door R. Kohier, de penningen geslagen

bij Kon. Begeer te Voorschoten.

Gedenkboek Kon. Begeer, No. 782.

Van maconnieke arbeid in ons land vóór 1731 is niets met zekerheid bekend. De eerste Nederlandse werkplaats werd geopend op 8 No­vember 1734, onder Voorzitterschap van Br .’. Vincent la Chapelle. De Engelse connecties, ontstaan door het in dat jaar gesloten huwe­lijk van onze latere stadhouder Willem IV met Prinses Anna, doch­ter van George II van Engeland, zijn waarschijnlijk van invloed geweest op de stichting van deze Loge. Zij kreeg de naam van „Loge des Grand Maïtre des Provinces Unies et Ie ressort de la Généralité”. Het volgend jaar ontving zij de constitutiebrief, welke helaas verloren gegaan is.

In 1735 werd in Den Haag een tweede Loge opgericht „Le Véritable Zèle”. Op 30 November vaardigden de Staten van Holland en West-Friesland een plakaat uit tegen het houden van samenkom­sten van Vrijmetselaren, waarop de Bbr .’.in Den Haag hun werk­plaatsen tot 22 Maart 1744 sloten, om de werkzaamheden te her­vatten in een Loge, welke de naam kreeg van „1’Union”. In 1752 volgde onder leiding van Br .’. A. Huiskens de oprichting van een nieuwe Loge onder de naam van „La Royale”.

In het begin van 1757 was de Loge ,,1’Union” reeds enige tijd in ruste. Door de Bbr .’. van „La Royale” werd nu tot de grote Nationale Loge het verzoek gericht, hun Loge te mogen inlijven bij de Loge ,,1’Union” en deze dan te mogen noemen ,,1’Union Royale”. Dit verzoek werd ingewilligd en op 31 Januari 1757 werd een consti­tutiebrief uitgereikt, waarbij de geboortedatum van de oude Loge ,,1’Union”, zijnde 8 November 1734, werd aangehouden en be­vestigd.

In het jaar 1779 werd een Kapittel opgericht werkende onder de zelfde naam.

Vele der Bbr .’. van ,,1’Union Royale” behoorden tot het leger, hetgeen tot gevolg had dat de standplaats der Loge afwisselend te Den Haag en Breda gevestigd was.

In Den Haag had de Loge dan ook geen vast vergaderlokaal; zij begon haar arbeid in 1’Union d’Or, later in de Nieuwe Doelen, vervolgens verhuisde zij in 1764 naar Kramer in „De Beurs van Am­sterdam”, waarop zij bij Stolz op het Buitenhof (1771) gevestigd was tot zij in 1811 van de Gemeente een lokaal in huur verkreeg dat boven de Schouwburg gelegen was, in welk lokaal zij bleef tot haar verhuizing in 1847, naar de Fluwelen Burgwal. In het begin van de negentiende eeuw waren er onder de Bbr .”. vele Fransen. Deze opperden het denkbeeld, om in navolging van hetgeen in Frankrijk geschiedde, vrouwen- of adoptie-Loges te houden. Door dit voorstel ondervond de Loge vele moeilijkheden, vooral van de zijde van het Hoofdbestuur, zelfs zó, dat met uitstoting uit de Groot-Loge werd gedreigd. In 1811 werd het leningsverschil op bevredigende wijze opgelost. Aet de aanvaarding van het Grootmeesterschap der Orde door Sr.’. Prins Frederik, vangt voor ,,1’Union Royale” een nieuw ijdvak aan. Oorspronkelijk is getracht ten behoeve van Br .’. Prins ‘rederik een nieuwe Loge te stichten, een bijzondere maconnieke roep, waarin hij mannen ontmoeten zou, met wie hij uit de aard an zijn hoge maatschappelijke rang, voortdurend op vriendschap-elijke voet in aanraking zou kunnen komen. Deze Loge ontving e naam ,,1’Union Frederic”, en ontving een constitutiebrief, welke edateerd is, 13 October 1816. Deze Loge heeft ruim dertig jaren estaan, doch op 28 October 1847 werd door de 3 Haagse Loges, » weten: ,,1’Union Royale” — „Eendracht Maakt Macht” — en 1’Union Frederic” besloten een fusie aan te gaan, en zich als ieuwe Loge te constitueren onder de naam en de kleuren van 1’Union Royale”, en wel met een proeftijd van drie jaar. Op 5 November 1850 werd deze proef voorgoed bestendigd. Vanaf het igenblik der samensmelting is Br .’. Prins Frederik lid geweest van 1’Union Royale” en tevens haar Mr .’. van Eer. Tijdens zijn lid-laatschap heeft de Loge een periode van bijzonder grote bloei ekend, vele voortreffelijke mannen traden toe en vele merkwaar-ige gebeurtenissen vonden plaats.

let tweede Eeuwfeest der Loge werd gevierd met het uitgeven an de boven omschreven penning, alsmede door het uitgeven van en fraai uitgevoerd gedenkboek, waarin op voortreffelijke wijze de eschiedenis der Loge is beschreven.

Zalig zijn de reinen van hart; want zij zullen God zien.

(Matth. 5:8). Afmeting 60 mm zilver (uniek).

Vervaardigd bij Begeer te Voorschoten en gegraveerd door Br .’. W. Kreeft.

Tijdens een plechtige Tempeldienst, gehouden op 24 Maart 1937, is deze penning aan Br., van Leeuwen aangeboden, welke penning na zijn dood, door de erven aan de Loge „La Vertu” werd terug geschonken. Johannes Hendrik van Leeuwen werd geboren te Leiden, 22 April 1853, alwaar hij de H.B.S. bezocht. Na het behalen van zijn diploma wiskunde M.O., werd hij leraar in dit vak aan de H.B.S. te ‘s-Her-togenbosch, welke standplaats hij later met Zierikzee verwisselde. In de Loge „De Ster in het Oosten” aldaar werd hem het macon­nieke Licht geschonken. Na zijn pensionnering keerde hij in 1918 naar Leiden terug, waar hij tot de Loge „La Vertu” toetrad. Hij overleed te Leiden op 6 December 1941.